
Een simpel doel
Eén van de belangrijkste doelen van de GFB is om gedoneerde producten landelijk eerlijk te verdelen. Dat lijkt eenvoudig. Gewoon het totaal aantal landelijk verkregen producten delen door het aantal personen welke ingeschreven zijn voor voedsel per Regionaal Distributie Centrum (RDC) van de voedselbanken en dat deel daaraan leveren. Vanuit een RDC wordt het verder verdeeld.
In de kern is het een simpele verdeling gebaseerd op het aanbod zonder rekening te hoeven houden met de vraagzijde.
De logistieke uitdaging
Het is echter niet zo eenvoudig. Het eerste probleem is dat het totale landelijke volume pas achteraf bekend is. Een groot deel van de donateurs kan ons niet vooraf een accurate voorspelling geven van de producten en het volume dat ze aanbieden. Dus weten we pas op het moment dat alle producten op onze vestigingen staan, hoeveel we hebben. Het totale overzicht is er pas achteraf, als het grootste deel al gesorteerd, onderweg of al op een RDC aangekomen is.
Bij een redelijk stabiele stroom producten zou dit geen probleem zijn. De aangeboden volumes zijn echter sterk wisselend. Afhankelijk van het seizoen, maar ook van de producten die als gevolg van voedselverspilling op het laatste moment aangeboden worden door donateurs. Het volume fluctueert tussen de 40 en 120 ton per week en is niet voorspelbaar. De simpelste oplossing is natuurlijk om tijdelijke opslag in de keten toe te voegen, maar door de aard van producten, de uiterste houdbaarheid en de kosten is dit niet mogelijk.
Naast het volumeprobleem is er ook de beperkte flexibiliteit in de vervoerscapaciteit. Als volledige Vrijwilligersorganisatie wordt een groot deel van het transport uitgevoerd door vrijwilligers en dat is minder flexibel. Een vaste structuur van routes leidt tot een verdeling die grotendeels gebaseerd is op de vervoerscapaciteit en dat is niet volledig gelijk aan een landelijk eerlijke verdeling.
Als laatste is er nog de vraag of het verdelen met kilogrammen als parameter wel een juiste is. Eén kilo aardappelen is, voor de klant, niet hetzelfde als een kilo fruit. De verdeling zou dus in verschillende categorieën moeten zijn. Iedereen zijn deel per categorie, maakt het zo eerlijk mogelijk verdelen nog complexer, mede omdat er een imbalans per categorie in Nederland is.
Het onvoorspelbare volume, met grote pieken en dalen, de beperkingen in flexibiliteit van de vervoerscapaciteit en een verdeling in meerdere categorieën is een moeilijke puzzel. De eerste stap die nu geïmplementeerd wordt, is het verbeteren van de randvoorwaarden door een betere – en uniforme – landelijke registratie.
Het werken aan een oplossing
Met deze complexiteit zal het een moeilijke puzzel blijven en het eindresultaat zal altijd een sterk wisselend aanbod zijn voor de deelnemers van de voedselbanken. Het boodschappenmandje zal wisselend gevuld zijn met groente & fruit. De echte oplossing zou vooral moeten zitten in een stabielere aanvoer van producten. Een richting die we niet alleen kunnen inslaan. Gesponsord door de provincie Utrecht zijn 2 innovatieve projecten opgestart. Het eerste met een focus op een cluster van bedrijven om gezamenlijk een stabiele stroom van de meest geconsumeerde groente te organiseren. En het tweede om in een soort ‘marktplaats-app’ donateurs te verleiden om eenvoudig kleinere partijen aan te bieden.
Joep Jagtman
Bestuurslid Vestigingsontwikkeling & Projecten